Een luisterend oor
In de meldkamer geef je telefonisch eerste hulp en zet je alles op alles om de ambulance snel ter plaatse te krijgen. Je schakelt constant tussen 4 informatieschermen en de telefoon, doorloopt protocollen, kalmeert melders en blijft zelf ook nog eens rustig. Ieder telefoontje is weer anders. En omdat je de ander niet kunt zien, heb je geen idee wie je te spreken krijgt.
Rita vertelt: “Ik had laatst een mooi en persoonlijk gesprek met een melder. Er werd me gevraagd om aan de lijn te blijven voor wat gemoedsrust tot de ambulance er was. Terwijl we kletsten, leerde ik de persoon steeds beter kennen en werd de situatie een stuk duidelijker. Een collega maakte hierover de treffende vergelijking: als centralist ben je aan het verplegen met blinddoek voor en handen op de rug.”
Op zoek naar de rode draad
Als je weet wat verpleegkundig centralisten allemaal doen, dan ontdek je dat daarbij een serieuze verantwoordelijkheid komt kijken. Gelukkig weet Rita precies hoe ze dit aan moet pakken.
“Soms voel je je een soort van rechercheur. Je probeert in te schatten hoe de situatie in elkaar zit, wie er aanwezig is, wat er gebeurt en waarom iemand huilt. Het is makkelijk om zelf een beeld te creĆ«ren, zonder dat je dingen hebt gevraagd. En dat kan best wel tricky zijn, omdat dat invloed kan hebben op de keuzes die je maakt voor de zorg die nodig is. Als verpleegkundig centralist kun je daarom nooit een toestandsbeeld invullen voor een ander. Je leert daarom om nooit aannames te doen en door te vragen wanneer iets niet duidelijk is.”
Bemoedigende woorden
Rita heeft een duidelijke passie voor haar vak en ze doet het met enorm veel liefde. Die liefde stopt ze ook in ieder telefoongesprek.
“Het is een baan waarbij je mensen makkelijk kan complimenteren voor het maken van de melding, het volgen van instructies en het handelen. Je kunt daardoor heel veel mensen een goed gevoel geven, terwijl ze in een ellendige situatie zitten. Dat probeer ik dan ook echt iedere dag te doen.”